Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bourges

betekenis & definitie

1) lat..Avaricum, ook Bituriges, is tegenw. de hoofdpl. van het fransche dept. Cher, ligt aan de zamenvloeijing van den Auron en de Yèvre, heeft 26,000 inw., dikke muren, hooge torens, eene 1463 gestichte universiteit, enz.

B. is het oude Avaricum, de hoofdstad der Bituriges Cubi; werd in 52 v.Chr. ingenomen en in de asch gelegd door Cesar; onder Augustus werd B. goed versterkt en hoofdpl. der romeinsche prov. Aquitania; in 583 na Chr. werdB. veroverd en verwoest doorChilperik,later herbouwd door Karet den Groote, en uitgelegd door Filips August; in de middeleeuwen was B. de hoofdpl. van het landschap Berry. Te B. werden 7 conciliën gehouden, van welke het voornaamste, dat van 1438, de bevoegdheden van den paus inkrimpende (zie PRAGMATIEKE SANCTIE). Tijdens den inval der Engelschen hield Karel VII zijn hof te B.; vandaar zijn bijnaam "koning van Bourges”. Van 1839 tot 1845 hield don Carlos te B. verblijf; het is de geboortepl. van Lodewijk XI, van Jacques Coeur, en van Bourdaloue.2) een gedeelte van Bordelais, had tot steden Bourg en Ambez.
3) stadje met 1700 inw. in Savooije,aan het meer van Bourget, 2 uren gaans van Chambéry; geboortepl. van AmedeusV van Savooije, bijgenaamd de Groote.

< >