Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Borromeo

betekenis & definitie

(Carlo, graaf), de heilige, geb. 2Oct. 1538 te Arona aan het Lago Maggiore, studeerde de regten te Pavia, werd 1560 kardinaal en aartsbisschop van Milaan; in weerwil van zijnen jeugdigen leeftijd bekleedde hij dit ambt met hoogen ernst en als een waardig geestelijke, en door den paus werden hem dan ook verscheidene gewigtige zendingen toevertrouwd. Door B.’s bemoeijingen werd het concilie te Trente op nieuw geopend, en op hetzelve deed hij zijnen invloed gelden ten behoeve van den paus.

De besluiten van dat concilie bragt hij tot een geheel in zijn Catechismus Romanus, welk boek onder PiusV in het licht verscheen als een leiddraad voor de pastoors. In Milaan, waar hij 1566 voor goed zijnen zetel nam, werkte hij als een echt navolger van den heil. Ambrosius, door ter veredeling en opluistering der openbare godsdienstoefeningen prijs te stellen op kerkmuziek en goede predikers. Hij rigtte het helvetischecollegieop.tervormingvan goedepriesters, alsook den Gulden Borromeïschen Bond der 7 katholieke kantons, ter bescherming van hun geloof. Bij den hongersnood 1570, en tijdens de pest 1576, maakte hij zich door opoffering en doorhet nemen van wijze maatregelen ten hoogste verdienstelijk jegens Milaan. Hij stierf 4 Nov. 1584, en werd 1616 gecanoniseerd. Zijne théol. geschriften verschenen in 5 fol.-deelen 1747 te Milaan.(Frederico,graaf), neef van den vorige, geb. 1563, gest. 1631, was sedert 1595 insgelijks kardinaal en aartsbisschop van Milaan, en stichtte 1609de Ambrosiaansche bibliotheek.

< >