Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Boeren-oorlog

betekenis & definitie

1) inzonderheid de opstand, die 1 Jan. 1525 in het stift Kempten (Zuid-Duitschland) uitbrak, en zich weldra uitbreidde tot al de landstreken tusschen het meer van Constans en den Donau. Aanvankelijk in hunne Paaschen 1525 opgestelde 12 artikelen slechts de opheffing eischende van ettelijke drukkende privilegiën van de geestelijkheid en den adel, werden de boeren, aangehitst door de dweepzieke predicaliën van discipelen der Hervorming (zooals Carlstadt en Thomas Muntzer), hoe langer hoe stouter, en vervielen al spoedig tot allerlei buitensporigheden en gruwelen, zoodat de vorsten overal de wapenen tegen hen opvatten en en een vreeselijk bloedbad onder hen aanrigtten.

De laatste aanhang van Muntzer werd 15 Mei 1525 bij Frankenhausen vernietigd door landgraaf Filips van Hessen.2) wat den hongaarschen B. betreft, zie BAKACS.

< >