Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bernstorff

betekenis & definitie

(Johann Hartwig Ernst, graaf van), een der grootste staatslieden derl8e eeuw, werd door Frederik den Gr. "het orakel van Denemarken” genoemd; geb. 13 Mei 1712 te Hanover, vestigde hij zich reeds vroeg in Denemarken, en trad daar in ’s rijks dienst, was 1757 gezant bij den rijksdag tc Regensburg, waar hij de opname van Holstein onder de alternerende huizen bewerkte, en ging 1744 als deensch gezant naar Parijs; 1750 werd hij secretaris van staat, 1751 lid van den geheimen staatsraad; hij vereenigde Pion met het koninkl. Holstein, ruimde het geschil met Rusland uit den weg, waarvoor Christiaan VII hem in den gravenstand verhief.

Bij den dood des konings kwam Struensee aan het bewind (1770),en B. ging ambteloos leven te Hamburg, totdat hij, toen Struensee gevallen was, naar Kopenhagen terug werd geroepen; doch onderweg stierf hij 19 Febr. 1772. Door B. waren vele vreemde kunstenaars naar Denemarken gelokt; hij was een groot bevorderaar geweest van handel en nijverheid, een begunstiger van kunst en wetenschap, had op zijn eigen landgoed de boeren vrijgesteld van lijfeigenschap, heerendiensten, enz., en stond algemeen bekend als een vriend en helper der armen.(Andreas Peter, graaf van), neef van den vorige, geb. 28 Aug. 1735 te Gartow in Brunswijk-Luneburg, gest. 21 Junij 1797, was insgelijks minister in deensche staatsdienst, voerde vele nuttige hervormingen in, en maakte zich vooral jegens de menschheid verdienstelijk door de afschaffing in Denemarken van het lijfeigenschap.

< >