Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bassewitz

betekenis & definitie

oude mecklenburgsche familie, van welke een tak 6 Junij 1726 in den gravenstand verheven werd. Tot dien tak behoorde

(graaf Bernh. Fred. v.), geb. 1757, gest. 1816 als mecklenb. minister van staat.

(Magnus Fred. von), geb. 1773, bekleedde na volbragte studie verscheidene ambten, keerde 1840 tot het ambtelooze leven terug, en gaf in het licht Die Kurmark Brandenburg, ihr Zustand und ihre Verwaltung umnittelbar vor dem Ausbruche des franz. Kriegs in Oct. 1806 (Leipzig 1847) en Die Kurmark Brandenburg, in der Zeil vom 22 Oct. 1806 bis zu Ende 1808 (2 dln. Leipzig 1851—52).

< >