Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Barsuma

betekenis & definitie

syrisch priester en archimandriet, geb. 435, gest. 458, was een monophysiet, koos de zijde van den reeds veroordeelden Eutyches, woonde het tweede Concilie van Ephesus bij, maar werd door het chalcedonische veroordeeld. Abdalmonem, landvoogd der provincie van den berg Libanon, liet 1460 ter eere van B. te Besciara eene kerk bonwen, aan welke hij een Evangelieboek in het Syrisch en Arabisch schonk, eigenhandig door hem geschreven.

< >