grieksch lierdichter van het eiland Ceos, bloeide omstr.470 v. Chr. onder Hiêron, koning van Syracnse.
Van de oden, lofzangen en puntdichten, welke hij gemaakt heeft, bestaan er slechts eenige fragmenten, verzameld door Brunck in zijne »Analecta graca”; men vindt ze ook achter de werken van Pindarus (Antwerpen 1567, in 12°.). Zij zijn afzonderlijk uitgegeven, met eene latijnsche vertaling, te Berlijn door E. F. Neue, 1823.