Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bæbius

betekenis & definitie

1) Cn. B.

Tamphilus, romeinsch tribuun 204 v. Chr., 199 praetor doch niet gelukkig in den oorlog tegen de Insubriërs, 189 v. Chr. consul en gelukkig in den oorlog tegen de Ligurièrs2) M. B. Tamphilus, broeder van den vorige, was praetor 192 v. Chr. Bij het uitbarsten van den oorlog tegen Antiochus van Syrië stak hij met een leger naar Griekenland over, om Philippus van Macedonië te helpen; hij veroverde verscheidene steden, totdat consul Man. Acilius het bevel overnam, waarop B. verder den oorlog medemaakte als propraetor. Later was hij romeinsch gezant bij Philippus en Eumenes. Onder B.’s consulaat (181 v. Chr.) werd het graf van Numa teruggevonden, met 14 boeken van Numa; 180 v. Chr. voerde B. bevel in Liguriê.van waarde bevolking, die zich zonder tegenweer onderwierp, gedeeltelijk werd overgebragt naar Samnium, om zoodoende aan hunne gedurige pogingen tot opstand voor goed een einde te maken.

< >