Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Samnium

betekenis & definitie

thans Sannio (zie MOUSE), een land in Italië benoorden Campanië, beoosten Latium, bezuiden de Frentanen, was een zeer bergachtig land en bevatte slechts weinig steden, waaronder Auüdena, Treventum, /Esernia, Clavia, Tifata, Bovianum, Eqnus-Tuticus, Malcventum (later Benevenlum genoemd), Caudium. De bevolking van S. (de Samnieten) splitste zich in Caraceni en Pentri in het noorden, en Hirpini in het zuiden.

In de 5e en 4e eeuw v. Chr. leverden zij talrijke huurbenden aan de grieksche steden van Groot-Griekenland en Sicilië. Van 424 tot 421 veroverden zij Capua en Cumae. Ook Lucanië viel in de macht van eene vereeniging Samnitische huurbenden en avonturiers. Hetzij met de Samnieten alleen, hetzij met hunne bondgenoolen, hadden de Romeinen gedurende langen tijd hardnekkig te oorlogen. De bondgenooten van S. waren:1) al de volkeren van sabijnsche afkomst: Sabijnen, Pelignen, Marsen, Marrucijnen, Vestijnen, Frentanen, Pretutiërs, Sassinaten, bewoners van Picennm;
2) de gansche etruskische bond, de Umbriërs, de Senonen;
3) de verschillende rijkjes van Groot-Griekenland (Apulië, Salentijnen, Tarentnra, Messapië, Picentijnen, Lucauiërs, Brutiërs, enz.).

Al die volkeren werden langzamerhand door de Romeinen onderworpen. Zeven in getal zijn de Samnitische oorlogen, nl.:

De 1e (343—341) ging samen met den grooten opstand van Latium (342—338); de aanleiding tot dezen oorlog lag in de vijandelijkheden, die door de Samnieten gepleegd werden tegen de bevolking van Capua, welke zich onder het protectoraat van Rome gesteld had.

De 2e (327—324) brak uit na een 14-jarig tijdvak van (oprechten of geveinsden) vrede.

De 3e (324—318), waaraan Apulië deelnam, brak plotseling uit, nadat pas de vrede lot stand was gekomen, en werd in 318 geschorst door een tweejarig bestand, na afloop waarvan die tegen Apulië alleen voort gezet werd. In dezen oorlog zagen de Romeinen zich gedwongen onder de Caudijnsche Vorken door te gaan 321 v. Chr.

De 4e (316—304), was de ernstigste en tevens de uitgebreidsle: van 311 tot 508 waren ook Elrurië en Umbriê de schouwplaats van dezen strijd. Gemeene zaak met de Samnieten maakten de Marsen en Pelignen (308 v. Chr.), de Salentijnen (307), de Hernieken (306 v. Chr.).

De 5e (299—290) begon, toen, na eene vijfjarige rust, geheel Etrurië en Samnium met al de omliggende landstreken de wapenen opvatteden tegen de Romeinen, en eindigde hiermede, dat èn de Samnieten èn hunne voornaamste bondgenooten aan Rome onderworpen werden.

De 6e (283-272). Aan dezen oorlog namen de Samnieten slechts als bondgenooten deel, eerst van de Lucaniërs en Brutiërs, vervolgens van Tarentum en van 1'yrrhus.

De 7e (269 v. Chr.) te midden van den oorlog der Sassinalen, was eigenlijk slechts eene poging van het partijhoofd Lollius, en werd zeer spoedig beteugeld.

De voornaamste der veldheeren, die de Samnieten in deze oorlogen tegen de romeinsche legerhoofden (Fabius, Papirins, Decius, Curiiis Dentatus, Fabricius) overstelden, was Pontius Herennius, overwinnaar bij Caudium. De onderwerping van de Samnieten had weldra die van geheel Zuid-Italië ten gevolge.

< >