of Sint Augustijn, een der beroemdste Kerkvaders, was geb. 354 teTagaste in INumidië; zijn vader was Heiden, zijne moeder Christin (de heilige Monica). In zijne jongelingsjaren leidde hij een vrij ongebonden leven, kleefdp lang de manichesche ketterij aan, was leeraar in do welsprekendheid eerst te Tagaste, toen te Carthago, ging 383 als zoodanig naar Rome, en 384 naar Milaan, waar hij zich door de beden en tranen zijner hem nagereisde moeder liet bewegen om zich door bisschop Ambrosms te laten bekeeren, on op zijn 32e jaar werd hij gedoopt, ter gedachtenis waarvan de roomsch-katholieke Kerk feest viert 3 Mei.
Uit Milaan keerde hij naar Afrika terug, trad in den geestelijken stond, en werd 395 medebisschop van Hippo-Regius, in vvclkc stad hij (430), tijdens die belegerd werd door de Vandalen, stierf (gedenkdag in de roomsch-kathol. Kerk 28 Aug.). Met een scherpzinnigen en diepdenkenden geest bestreed hij de Arianen, Donatisten, Manicheèrs en Pelagianen. Zijn leven heeft hij zelf beschreven in zijne Confessiones. Van al zijne werken is 1835—39 een nieuwe druk verschenen te Parijs in 11 deelen. Zijn gebeente werd eerst voor de Vandalen in veiligheid gebragt naar Sardinië, later van de Sarracenen teruggekocht en naar Pavia vervoerd, en in 1842 is het bijgezet in het grafmonument, ter eere van den heiligen Augustinus opgerigt op de ruinen van Hippo-Regius, bij Bona.
