Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Archilochus

betekenis & definitie

de eerste grieksche lierdichter, uit Paros in Lydië, geb. omstreeks 700 en vermoord 635 v. Chr., wordt als de uitvinder der iambische verzen beschouwd.

De stekeligheid en satire in zijne gedichten maakten de uitdrukkingen »Archilochische bitterheid” en Parische verzen” tot spreekwoorden. Toen Lycambus, die hem zijne jongste dochter Neobule ten huwelijk beloofd had, zijn woord introk, werden hij en zijne dochters zoo vreeselijk door de iamben van A. aan de kaak gesteld, dat beiden vader en dochter zich uit wanhoop ophingen. Bupalus, de beeldhouwer, die hem in eene bespottelijke gedaante had voorgesteld, onderging het zelfde lot. Om zijne hekelzucht was A. uit verscheidene grieksche steden gebannen; te Sparta was het zelfs verboden zijne gedichten te lezen; niettemin werd hij om zijn talent door de ouden bijna met Homerus gelijk gesteld. De fragmenten van zijne gedichten zijn het best uitgegeven door Schneidewin in »Delectus poetarum graecorum” (Góttingen 1839) en doorBergk in »Poetae lyrici grseci” (Leipzig 1843).

< >