1) (Aulus Lucius), geb. te Madaura in Afrika tusschen 126 en 132 na Chr., studeerde te Carthago, Athene en Rome, waar hij eenigen tijd als pleitbezorger werkzaam was. Door de bloedverwanten eener rijke weduwe, met wie hij gehuwd was, beschuldigd dat hij dit huwelijk had weten te bewerken door tooverij, verdedigde hij zich opentlijk in zijne >Apologia”.
Onder verscheidene, ten deele nog aanwezige philosophische en oratorische geschriften heeft A. zijnen naam hoofdzakelijk tot het nageslacht overgebragt door zijnen 'Gouden Ezel”, een roman in 11 boeken, rijk aan poëzij, geestigheid, scherts en satirieke gehalte. Al zijne werken zijn het best uitgegeven door Hildebrand (2 dln. Leipzig 1842).2) A. Saturninus. Zie SATURNINUS.