in Cappadocié, nieuw-pythagorisch wijsgeeren tijdgenoot van Christus, won spoedig eene talrijke menigte leerlingen, toog door een groot gedeelte van Klein-Azië, en ging naar Indië, om daar de wijsheid der Brahmanen te leeren kennen. Van daar keerde hij over Babylon naar Iónië terug.
Overal ging zijn naam hem vooruit, en het volk stroomde hem als een wonderdoener te gemoet; alom trad hij opentlijk als zedemeester op,en beweerde de magt te hebben, om de toekomst te voorspellen en wonderen te verrigten. Later opende hij eene pythagorische school te Ephesus, waar hij ook in bijna 100-jarigen leeftijd stierf. Op het einde der 3e eeuw werd A. door Hierocles, een het Christendom vijandig staatsman, in een opzettelijk geschrift tegenover Jezus gesteld, zooais dat laterook door Voltaire en anderen gedaan is. Uit de fabelachtige overleveringen aangaande A. en zijne handelingen werd door Philostratus den oude (begin der 3e eeuw na Chr.) de levensbeschrijving van A. zamengesteld.