zeer oude stad in Latium, op eene rots aan de zee gelegen, met voortreffelijke haven, was aanvankelijk een schuilnest vanetruskischezeeroovers. Door Tarquinius Superbus werd het opgenomen in den Bond der Latijnen, doch viel naderhand af en schaarde zich aan de zijde der Volscen ; tot straf daarvoor werd het (.408 v.
Chr.) door de Romeinen veroverd en tot romeinsche volkplanting aangelegd. Na ten tweeden male ingenomen te zijn (338 v. Chr.) verloor A. al zijne oorlogschepen, waarvan de snavels dienden ter versiering van de redenaars-schouwplaats te Rome. Later kwam A. weder tot eenen hoogen staat van bloei, als geliefkoosde verblijfplaats van vele aanzienlijke Romeinen. Er waren beroemde tempels van Esculapius, Neptunus en Fortuna; ook een paleis van keizer Nero, die hier geboren was, en die de haven weder in goeden staat liet brengen. Later, bij de invallen der Sarracenen, ging A. geheel te gronde, in de nabijheid van het tegenwoordige dorp Porto d’Anzo vindt men grootsche ruinen; ook zijn hier belangrijke kunstschatten der oudheid gevonden, zooals de Apollo van Belvedere, de Borgliesische kampvechter, enz. Vermoedelijk was A. ook de geboorteplaats van keizer Galigula; en de groote Coriolanus hield te A. verblijf gedurende zijne ballingschap.