1) A. van Cyrene was een leerling van Aristippus; geschriften van hem zijn niet tot ons gekomen; wij vinden gewag van hem gemaakt in de Tusculana* van Cicero.
2) A. van Tyrus (of van Sidou, of van Tarsus) was een stoicijnsch wijsgeer, die het scepficismus bestreed; hij leefde omstreeks 44 v. Chr. te Athene, en was bevriend met Cato den Jonge; de epigrammen van A. in de Anthologie zijn ^ermoedelijk van hem.
3) A. van Thessalonica was een dichter, vanwien in de Anthologie insgelijks eenige epigrammen voorkomen. —
4) L. Ccelius Antipater, schreef omstreeks 124 v. Chr. eene geschiedenis van den tweeden punischen oorlog; enkele daarvan overgeblevene fragmenten zijn in 1568 te Venetië gedrukt.—5) A. vanHiëropolis was de leermeester van de zonen van Alexander Severus. Hij viel in ongenade bij Caracalla, die hem van honger liet sterven.
