veldheer en vriend van Philippus van Macedonië, dien Alexander benoemde tot stadhouder van Macedonië; na Alexander’s dood werd hij met Craterus stadhouder van al de europesche landen van den grooten Macedoniër. In veelvuldige oorlogen met de Grieken, metPerdiccas, enz. gewikkeld, werd hij voogd over de kinderen van Alexander en regent van zijn rijk; hij stierf in hoogen ouderdom, 319 v.
Chr.A. II, koning van Macedonië, kleinzoon van den vorige, was een zoon van Cassander, wiens andere zoon Alexander (zie ALEXANDER V, blz. 122, kolom 2) eeriigen tijd te gelijk met A. regeerde, totdat beiden (294 v. Chr.) door Demelrius Poliorcetes van den troon werden gestooten; toen nam A. de wijk naar zijnen schoonvader Lysimachus, die hem echter ter dood liet brengen.
A. III, een neef van Cassander, werd279 v. Chr. koning van Macedonië; hij regeerde slechts 45 dagen en werd toen vervangen door Sosthenes.
