Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Allard (of alardus)

betekenis & definitie

ook Alaard van Amsterdam, geb. te Amsterdam 1491, geestelijke en bekwaam godgeleerde, een vriend van Rudolfus Agricola, leidde een tamelijk zwervend leven, hield bij afwisseling verblijf te Amsterdam, Keulen, Utrecht en Leuven; in laatstgenoemde stad, waar hij 1544 stierf, hield hij 1520 voorlezingen over een grammaticaal werk van Erasmus, doch moest die op hoog hevel staken. Hij was een tegenstander der Hervorming en gaf een aantal werken in het licht.

< >