roomsch koning, geb. 1248, oudste zoon van keizer Rudolf l, werd na diens dood niel tot troon-opvolger gekozen, omdat hij zich te vroeg van de rijks-insignien meester had gemaakt. Daar de nieuwe koning, Adolf van Nassau, zich echter overal vijanden had gemaakt, vestigde het meerendeel der rijksvorsten hunne keus in 1298 op A., en Adolf viel in den slag bij Gelheim.
A. werd nu nog eens over-gekozen en in Augustus te Aken gekroond. De paus evenwel verklaarde zich tegen hem. waarop hij met Frankrijk een verbond sloot tegen den paus, niet wien hij zich echter later verzoende en toen het aangegane verbond opgaf. Tegen de noordelijke Nederlanden,Hongarije, Bohemen en Thüringen was hij genoodzaakt oorlogen te voeren, die ongelukkig voor hem afliepen. Zijn oogmerk om het erfland der Wettinen te veroveren, werd door den slag hij Lucca (1307) en door hel in opstand komen van Zwitserland (1308) verijdeld. Alvorens tegen de Zwitsers te kunnen optrekken, werd hij omgebragt door zijnen neef .lohan, wien hij het hertogdom Zwaben onthield, en diens zaamgezworenen Walther von Eschenbach, Rudolf von der Wart, Rudolf von Palm. Koenraad von Tecornfeld en Walther von Gastelen. Hij stierf in de armen eener bedelares, den 1 Mei 1308. Agnes van Oostenrijk wreekte den dood haars vaders op eene vreeselijke wijze. Uit zijn huwelijk met Elizabeth van Tyrol liet A. 5 zonen en 5 dochters na.