koning der West-Gothen of Visigothen van 382 tot 412, zich de na den dood van Theodosius den Groote plaats gehad hebbende verdeeling en verzwakking van het Romeinsche Rijk ten nutte makende, toog 393 als veroveraar door Thraciê, Macedonië en Thessalië, en deed roovend en plunderend eenen inval in Griekenland. Van daar trok hij naar Italië, belegerde zelfs Rome herhaalde molen en 24 Augustus 410 nam hij die stad in.
Zijn overlijden te Cosenza (412) verijdelde zijn voornemen, om ook Sicilië te veroveren. Zijn lijk werd door de Gotheri in het bed van de rivier Busento nedergelaten, en de voor deze begrafenis gebruikte gevangenen werden ter dood gebragt, om zoodoende te zorgen, dat de Romeinen nooit zijn graf zouden kunnen vinden. Een andere Alaric, zoon van Euric of Evaric, volgde in 484 zijnen vader op als koning der West-Gothen en regeerde over Spanje en over dat gedeelte van Gallië, dat zich uitstrekt tusschen de Rhône en de Pyreneên. Clovis verklaarde hem den oorlog, en versloeg hem te Vouillé, waar hij hem eigenhandig doodde in 507. A. had aan zijne romeinsche onderdanen bet wetboek gegeven, bekend onder den naam van Wetboek van Alaric, zijnde voor het grootste gedeelte getrokken uit het Theodosiaansche Wetboek.