eene fransche vrouw van uitstekende schoonheid en even uitstekende hoedanigheden des geeates; dochter van Sorel de St. Gérard, een edelman, verbonden aan het huis van den graaf Van Clermont, was zij geboren omstreeks 1410 in het dorp Fromenteau in Touraine.
Zij was staatdame bij Isabeau van Lotharingen, hertogin van Anjou, toen deze dame ten hove verscheen van Karel VII, aan wien zij eene gunst kwam verzoeken (1431). Karel werd al spoedig smoorlijk verliefd op Agnes, verbond haar aan zijn hof als staatdame van dekoningin, en maakte haar tot zijne maitresse. Van den alvermogenden invloed, dien A. op den koning had,maakte zij geen ander gebruik, dan om hem aan te sporen om een einde te maken aan zijne schandelijke werkeloosheid terwijl de Engelschen zich meester maakten van zijn grondgebied (zie KAREL Vil), en droeg veel bij tot heil van Frankrijk. De koning overlaadde haar met gunstbewijzen en gaf haar onder anderen ten geschenke het kasteel van Beauté, op den oever van de Marne bij St. Maur; vandaar haar titel dame de Beauté. Zelfs de koningin betoonde haar altijd eene opregte toegenegenheid. In 1445 voelde Agnes zich beleedigd door den dauphin (later LodewijkXI), verliet het hof en ging stil leven te Loches, waar Karel VII een kasteel voor haar had laten bouwen. Zij stierf in 1450 te Jumiéges, waar zij een bezoek kwam brengen aan den koning; men hield het er voor, dat zij door den dauphin vergeven was.