Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Agilolfingen

betekenis & definitie

de vroegste hertogen der Bojoariêrs of Beijeren, volgens de overlevering dus genaamd naar den stamheer van hun geslacht Agilolf of Agilulphus. Historisch vermeld vinden wij allereerst in het laatst der zesde eeuw : Geribald I, behuwdzoon van den Longobarden-koning Autharick.

Zijn opvolger Thassilol had veelvuldige strijden met de Slaven en Avaren (tot omstreeks 609). Geribald II (gest. 628 of 640) bragt het eerste beijersche wetboek tot stand. Onder Theodoor I (tot omstreeks 680) en Theodoor II (gest. 717) werd het Christendom in Beijeren verbreid. Sedert de door Theodoor II bewerkstelligde verdeeling van het land onder zijne drie zonen (702) werd de invloed der Franken gestadig grooter. De weder-vereeniging onder Hugihert kwam te laat; hij moest 725 den Nordgau aan Karel Martel afstaan, en de fränkische souvereiniteit erkennen. De pogingen van Odilo en van Thassilo II, om de onafhankelijkheid weder te herwinnen, liepen slechts uit op de algeheele nederlaag der Beijeren. Thassilo II werd ter dood veroordeeld (788), doch Karel de Groote schonk hem gratie en liet hem met zijne familie opsluiten in een klooster. Het land werd toen een fränkisch wingewest.

< >