Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ackermann

betekenis & definitie

(Konr. Ernst), geb. 1710 in Zweden, beroemd tooneelist als komiek, benevens Eckhof en Schönemann de schepper van het nieuwe duitsche tooneel.

Sedert 1753 voerde hij eene eigene directie, eerst te Koningsbergen, waar hij een schouwburg liet bouwen voor eigen rekening, vervolgens (1760—1763) te Maintz.en eindelijk (1765),ondersteund door de dramaturgische medewerking van Lessing, te Hamburg, waar hij in 1771 stierf.(Sophie Charlotte) geboren Biereichel, sedert 1745 echtgenoot van den voorgaande, was de weduwe van den organist Schröder te Berlijn en moeder van den grooten Schröder. Beroemd als tooneelspeelster in de eerste rollen van treurspel en blijspel, en later als vormster van jonge talenten, stierf zij in 1792 te Hamburg.

(Charlotte), dochter der beide voorgaanden, was een uitstekend talent in de mimiek, doch stierf reeds op jeugdigen leeftijd in 1775.

< >