(spreek uit Obo, Finsch Toerioe, lat. Aboa), de na 1157 door de Zweden gestichte hoofdstad van het lan of district van dien naam, in russisch Finland, aan de mvloeijing van de Aurajoki (die ook de haven der stad vormt) in de Bothnische golf, 40 mijlen bewesten Helsmgfors gelegen, telt 15 a 16 duizend inw., is de zetel van eenen lutherschen aartsbisschop, alsook van het Hof van appel voor Zuid-Finland; heeft eene schoone kathedraalkerk, een schouwburg, eene oude citadel, een gymnasium, eene school voor de zeevaart, eene Bank en scheepswerven.
De in 1640 alhier gestichte universiteit werd, ten gevolge van den grooten brand in 1827, in dat jaar verlegd naar Helsingfors. Deze stad heeft veel geleden door branden, inzonderheid door dien van 1775. De handel is niet onbelangrijk, voornamelijk in linnen, graan, ijzer, hout en teer. In 1743, den 17 Augustus, werd hier de vrede (vrede van Abo) geteekend tusschen Zweden en Rusland, waarbij aan laatstgenoemd rijk werd afgestaan de finsche provincie Kymenegard met Frederikshamn en Wilmanstrand, alsook de vesting Nyslot. 0 Abo (de archipel van), gelegen voor de stad Abo en langs de zuidoostkust van Finland, is een doolhof van ontelbare, scherppuntig uitstekende klippen, zeer gevaarlijk voor de zeelieden.