een oud schotsch geslacht.
(Ralph), werd generaal-majoor, streed 1793 in Vlaanderen, ging naar Wcst-Indie, werd 1797 gouverneur van het eiland Wigbt, 1798 opperbevelhebber der armee in Ierland, streed 1799 in Holland, voerde in 1800 het bevel over de landtroepen tegen Bonaparte in Egypte, en viel bij Abukir.
(James), een der zonen van den voorgaande, geb. 1776, was voorzitter van den raad der schatkist, kwam 1832 voor Edinburg m het parlement en was een rededaar van het Lagerhuis; hij was Wigh en voor radicale reform; in 1839 nam hij wegens ziekte zijn ontslag en werd tot baron van Dunfennline verheven. Hij stierf m 1858.
(Sir Ralph), zoon van den voorgaande, werd in 1836 buitengewoon gezant en gevolmagtigd minister van Groot-Bnttanje bij het hof van Florence, later als zoodanig overgeplaatst bij het hof van 's Gravenhage, en nam, na den dood van zijnen vader baron van Dunfermhne geworden, den 15 Oct. 1858 zijn ontslag en keerde tot het ambtelooze leven m Engeland terug.