noemt men de bewegingen van afzonderlijke gedeelten der aardoppervlakte, welke te weeg gebragt worden door vulkanische oorzaken. Niet alleen worden verscheidene vulkanische streken veelvuldig door aardbevingen bezocht, maar men heeft ook opgemerkt, dat deze dikwijls door de uitbarsting van een nabijgelegen vuurspuwenden berg (vulkaan) werden besloten, en dat schier iedere dusdanige uitbarsting door eene aardbeving werd voorafgegaan.
Maar niet altijd gaan deze beide verschijnselen historisch of geographisch zamen. De uitgestrektheid, over welke sommige aardbevingen loopen, is zoo groot, dat die geheel en al de grenzen van den vulkanischen invloed te buiten gaan. Men heeft daarom vastgesteld een onderscheid te maken tusschen vulkanische en plutonische aardbevingen : de eerste benaming voor dusdanige plaatselijke schuddingen, die de uitbarsting van een vulkaan voorafgaan; de andere voor dezulke, die van dergelijke locale uitbarstingen onafhankelijk zijn. Het wezentlijke van alle A. bestaat m schuddingen of werkelijke bewegingen van den grond, die deels golvend voorwaarts gaande, deels op en neder schokkende zijn. Men heeft beweerd vaste kenteekenen gevonden te hebben, die als voorboden eener ophanden zijnde A. kunnen gelden; doch bij naauwkeuriger onderzoek is het gebleken, dat dienaangaande nog niets met zekerheid te bepalen is. De duur der schokken is gemeenlijk slechts zeer kort, eenige sekonden, op zijn hoogst eenige minuten, maar zij herhalen zich in zeer onbepaalde, menigmaal zeer korte, tijdsbestekken. Om de rigting der A. te bepalen, heeft men bijzondere instrumenten, SEISMOMETERS, uitgevonden. De voor den mensch en zijne werken zoo nadeelige gevolgen der A. zijn bekend. De gewigtigste geologische gevolgen er van, zijn de vaneensplijtmgen van den grond en de veranderingen van deszelfs niveau. In laatstgenoemd opzigt zijn vooral de A. aan de kusten van Chili merkwaardig geworden, zijnde door dezelve sedert de A. van 19 Nov. 1822 groote landstreken herhaalde malen eenige voeten duurzaam hooger geworden, zonder dat de horizontale ligging er merkbaar door veranderd werd; men heeft daar ook een groot aantal over elkander liggende sporen van oude zeeoevers ontdekt, waaruit men afleiden mag, dat zulke niveau-veranderingen ook reeds vroeger, eer men begonnen is daarop te letten, veelvuldig hebben plaats gehad. Onder de geweldigste A. van den nieuweren tijd behooren : die van Jamaica 7 Junij 1692; die van Sicilië 9 Januarij 1693; die van Lima 28 Oct. 1746; die van Lissabon I Nov. 1755, welke zich van Groenland tot Afrika, ja tot Amerika uitstrekte, zoodat de daardoor gelijktijdig geschokte oppervlakte ongeveer t, van de geheele oppervlakte der aarde bedroeg; wijders die in Calabrie 5 Febr. 1783; die van 1797 in Peru; in Caracas 26 Maart 1812; in Valparaiso en Chili 19 Nov. 1822; in de spaansche prov. Murcia en Valencia 1829; in Syrië 1840; op Haïti 7 Mei 1842; in Guadeloupe en in Ragusa 1843; in Griekenland den 26 December 1861 eene geweldige A., die vreeselijke verwoestingen aanrigtte, namelijk: de bloeijende koopstad AEgium (Vostitza), aan de zuidzijde van de golf van Lepanto, werd in een puinhoop herschapen; te Amphissa, Vitrinitza, Patras, Corinthe,Thebe en in verscheidene andere plaatsen stortten de meeste huizen in of werden zoo beschadigd, dat ze niet meer bewoonbaar waren; te Zacholi.in de nabijheid van Corinthe, was zelfs van vele woningen geen spoor meer te vinden. Nog eene A. 12 Januarij 1862 te Irkoetskin Sibene. — Wat Nederland betreft, kunnen wij hier als historisch opgeven twee zware aardbevingen door geheel Holland 1262 en 1342; aardb. en waterberoering 1449; zwakke aardb. 1504; id. 4 April 1640; en intusschen twee aardb., die ook in andere landen gevoeld werden, t. w. 5 April 1580 en 1601 of 1602; 1652 en 1692 of 1693 staan mede voor aardb. vermeld; de geweldige A. van Lissabon 1755 deed zich ook door ons geheele land voelen; ligte schuddingen 1758 en 1760; id. te Middelburg en Vlissingen 23 Febr. 1828; in Noord-Braband en Gelderland 6 April 1843; in N.-Holland 9 Sept. en 19 Dec. 1850; in Gelderland Dec. 1853.