beven, bestaat uit kleine, dikwijls slechts met moeite waarneembare, elkaar snel opvolgende bewegingen. Tijdelijk ziet men T. dikwijls optreden na zware lichaamsinspanning of gemoedsaandoeningen; zelfs een blijvende T. kan zich bij overigens gezonde personen voordoen.
Op de grens van het normale staat het beven van grijsaards, de z.g. seniele T. De alcoholische T., bij drinkers, is het sterkst aan ledematen en tong en wordt bij het gebruik van alcohol tijdelijk minder; ook bij andere chronische vergiftigingen (tabak, lood, kwik) of zelfvergiftigingen (Basedow'sche ziekte) treedt T. op; bij morphinisten alleen bij onthouding.De T. bij paralysis agitans (zie aldaar) is 't sterkst aan de ledematen, maar ook duidelijk aan het hoofd, heeft een zeer gelijkmatigen rhythmus en houdt veelal op bij willekeurige bewegingen (vooral krachtige). Het omgekeerde hiervan is de z.g. intentietremor, die alleen optreedt bij willekeurige bewegingen, of daarbij veel sterker wordt, en in rust ontbreekt of zeer gering is; deze T. komt vooral bij multiple sclerose (zie aldaar), echter ook bij kwikvergiftiging voor.