sclerose en plaques, is een chronische ziekte, waarbij in hersenen en ruggemerg talrijke verstrooide haarden van bindweefsel (sclerotische haarden) ontstaan, waarvan de oorzaak niet met zekerheid bekend is (roodvonk), en die meestal tusschen het 18e en 35e jaar optreedt. De verschijnselen kunnen zeer verschillend zijn; in een aantal gevallen neemt men echter een z.g. typisch ziektebeeld waar.
Dit is gekenmerkt door het optreden van beven vooral in de handen, en uitsluitend of hoofdzakelijk zich vertoonend als de lijder daarmee de een of andere beweging wil maken, b.v. iets aanpakken (intentietremor); verder een langzame, onduidelijke spraak, eigenaardige kleine bewegingen van den oogappel (nystagmus, zie aldaar), stijfheid der spieren door verhooging der peesreflexen, gezichtsstoornissen, soms later ook psychische zwakte (imbecillitas). In vele gevallen treden aanvallen van beroerte (apoplectiforme aanvallen) en duizelingen op. Het verloop is meestal zeer langzaam en kan zich uitstrekken over tientallen van jaren; daarbij treedt dikwijls schijnbare stilstand van het proces of zelfs tijdelijke verbetering op. Het laatste tijdperk is gekenmerkt door achteruitgang van den algemeenen voedingstoestand, verlammingen, doorliggen enz., tot de dood hieraan een einde maakt. Behalve de boven beschreven typische vorm, kan de M. S. onder allerlei gedaanten optreden en het beeld van de meeste bekende zenuwziekten nabootsen.