of keeltuberculose, phthisis laryngis, bestaat in het optreden van tuberculeuse verhardingen, en meer of minder omvangrijke zweren in het slijmvlies van het strottenhoofd, waardoor de stembanden en enkele kraakbeenderen, vooral de bekervormige, worden aangevreten. De verzwering kan zich voortzetten op het strotteklepje en zelfs op de tong.
In het begin der aandoening is met den keelspiegel slechts een eenvoudige roodheid en zwelling van het slijmvlies waar te nemen, die zich in niets van een gewone catarrh van het strottenhoofd onderscheidt.K. treedt bijna nooit als zelfstandige ziekte op, doch wordt in den regel slechts bij zulke menschen
waargenomen, wier longen reeds uitgebreide tuberculeuse verwoestingen vertoonen. De bezwaren kunnen zeer gering zijn en bestaan in matige ruwheid der stem of heeschheid, in andere gevallen zijn zij uiterst kwellend, vooral als het strotteklepje of de bekervormige kraakbeenderen zijn aangedaan; het slikken is dan zeer pijnlijk, waardoor de opname van voedsel beperkt wordt. Bij verzwering der stembanden kan de heeschheid stijgen tot stemmeloosheid. De hoest is dikwijls zeer afmattend en kwellend. Onder toenemende uitputting, zelden door glottisoedeem treedt de dood op. De behandeling is een plaatselijke, en moet zoo mogelijk door een specialist voor keelziekten geschieden. Bij hevige pijn bewijzen inwendige penseelingen met cocaïne goede diensten.