Gepubliceerd op 14-06-2022

Gewrichtsneuralgie

betekenis & definitie

nerveuse gewrichtspijn, Arthralgie, een eigenaardige, vooral in het heupen kniegewricht voorkomende aandoening, waarbij in den regel als eenig verschijnsel pijn in 't gewricht wordt waargenomen, zonder dat een anatomische verandering van het gewricht als oorzaak van die pijn te vinden is; ook kan geheel het beeld eener zware gewrichtsontsteking nagebootst worden, terwijl deze in werkelijkheid in het geheel niet bestaat, en de aandoening louter als een zenuwaandoening is te beschouwen. Deze ziekte, die inzonderheid voorkomt bij hysterische, bloedarme, nerveuse meisjes en vrouwen der hoogere standen, bij uitzondering ook bij overigens oogenschijnlijk gezonde mannen, treedt op met uiterst heftige, borende of stekende pijnen in het aangedane gewricht, dikwijls vergezeld van krampachtige samentrekking der naburige spieren (contractuur); deze spiersamentrekkingen kunnen dikwijls reeds door een zachte aanraking der huid te voorschijn worden geroepen; gewoonlijk zijn opvallende verkeerde standen van het gewricht hiervan het gevolg; soms doet zich ook een op verlamming gelijkende krachteloosheid in het betreffende lichaamsdeel voor, die de patiënten niet zelden maanden lang aan hun legerstede gekluisterd houdt.

Stemming en gemoedsgesteldheid van de zieken hebben een opmerkelijken invloed op de intensiteit van de pijn; terwijl afleiding en verstrooiing, een interessant onderhoud, enz., de kort tevoren nog onuitstaanbare pijnen dik-wijls bijna plotseling doen bedaren, plegen schrik, misnoegdheid, verveling en bovenal een angstvallige en vertroetelende omgeving deze aanzienlijk te verergeren. Het verloop is in den regel zeer langdurig, ten slotte in den regel gunstig. Onder de plaatselijke middelen zijn krachtig masseeren, koude begietingen, gevolgd door afwrijving van het gewricht, alsmede het aanwenden van electriciteit het werkzaamst. Het voornaamste punt is bij de behandeling echter een doelmatige psychische invloed op de zieken (afleiding, bezigheid), zonder welke alle andere middelen zonder eenig gevolg blijven.

< >