Gr., is een ziekte, welke zich kenmerkt door plotselinge aanvallen van hevige benauwdheid en kortademigheid; de oorzaken kunnen verschillend zijn. Men onderscheidt:
le. Asthma bronchiale. Hierbij is de aanval een gevolg van plotselinge vernauwing van de fijnere vertakkingen der luchtpijp, door zwelling van het slijmvlies, of door kramp van de in die fijnere vertakkingen aanwezige kringspieren, die in sommige gevallen reflectotisch wordt opgewekt van uit den neus, n.l. door aandoeningen van dit orgaan, b.v. neuspoliepen. Erfelijke aanleg komt voor. De aanval treedt geheel plotseling op (meestal ’s nachts), of na zekere voorboden (onbehagelijk gevoel, gedurig gapen, of niezen, eigenaardige gewaarwording in het strottenhoofd), en bestaat in heftige samensnoering van de borst, met een gevoel of men zal stikken, moeilijke ademhaling, vooral uitademing, met fluitend, roche-
lend geluid, op afstand hoorbaar, en blauw worden van het gelaat. Tegen het einde van den aanval, die een of meer uren kan aanhouden, wordt meestal onder hoesten een kleinere of grootere hoeveelheid eener dradentrekkende, slijmerige massa opgegeven. Soms duurt de aanval dagen. Ofschoon de asthmatische aanvallen zeer angstwekkend lijken, zijn zij zelden gevaarlijk. De behandeling van bronchiaalasthma bestaat in bestrijding eener eventueel bestaande neusaandoening, gebruik van joodkalium, en ademhalingsoefeningen. Vooral deze laatste methode is in de laatste jaren meer in gebruik gekomen.
Dikwijls werkt verandering van woonplaats nuttig. Inspuiting van adrenaline doet de aanval plotseling ophouden.
Asthmalijders handelen het voorzichtigst, zoo zij zich altijd op een aanval voorbereid houden. Tegen de aanvallen bestaan er verscheidene middelen. Welke daarvan moeten worden aangewend, valt niet te zeggen; de een vindt baat bij dit, de ander bij dat middel, en zoo is de eenige weg verschillende middelen te probeeren, tot men er een aantreft dat verlichting brengt. De meest gebruikelijke zijn: mosterdpap op de borst, heete hand- en voetbaden, het rooken van zoogenaamde stramonium- of asthmasigaren of sigaretten, inademing van den rook van op een bord aangestoken, brandend salpeterpapier. Dikwijls kan men andere narcotische middelen, als b.v. morphine-inspuitingen, niet ontberen; dit moet echter aan den geneesheer worden overgelaten.
2e. Asthma cardiale, hierbij is de oorzaak der benauwdheden een hartaandoening; zoowel in- als uitademing zijn bemoeilijkt.
3e. Asthma uraemicum; benauwdheden bij uraemie (urinezuurvergiftiging tengevolge van nierziekten; zie aldaar).