Gepubliceerd op 14-06-2022

Luchtpijp

betekenis & definitie

Trachea, de buis, door welke de inademingslucht in de longen wordt gevoerd en de uitademingslucht naar buiten wordt geleid. Zij begint bij het strottenhoofd (larynx) ter hoogte van den 5en halswervel, en loopt naar onder, tot zij zich voor den 3den of 4den borstwervel, achter den boog van de groote slagader in twee takken splitst (bifurcatio). Voor het bovenste gedeelte van de L. ligt de schildklier.

Van de beide luchtpijptakken (bronchi) is de rechter korter en wat wijder dan de linker. De laatste verdeelt zich in twee takken, die zich elk weer herhaalde malen vertakken in de beide kwabben van de linker long. De rechter bronchus verdeelt zich eveneens eerst in twee takken, waarvan zich echter de onderste weer in tweeën splitst, zoodat men hier van drie takken kan spreken, in overeenstemming met de drie kwabben van de rechter long.

Over den linker bronchus loopt de boog van de groote lichaamsslagader (arcus aortae).

De L. wordt opengehouden door een aantal (16—20) kraakbeenige ringen, die aan de achterzijde open zijn; de doorsnede van de L. is dan ook niet rond, maar aan den achterkant afgeplat. Indien de luchtpijp ook aan de achterzijde kraakbeenig en dus stijf was, zou zij een belemmering opleveren voor de uitzetting van den slokdarm, die er vlak achter ligt (iets naar links) en dus stoornis in het slikken veroorzaken. De ringen aan de voorzijde mogen echter niet ontbreken, daar anders bij het inademen de L. door den druk der atmosfeer zou kunnen worden dichtgedrukt. De beide hoofdbronchi zijn eveneens van kraakbeenringen voorzien (de rechter 6—8, de linker 9—12).

De binnenkant van de L. is bekleed met slijmvlies; de uitloozingsbuizen der slijmklieren zijn als fijne punten zichtbaar. De binnenste laag van het slijmvlies bestaat uit cylindervormige cellen met zoogenoemde trilharen bedekt.

De meest voorkomende aandoening van de L. is de ontsteking van het slijmvlies. Deze gaat meestal gepaard met catarrh van het strottenhoofd of van de bronchiën en heeft dezelfde oorzaken en behandeling (zie Bronchitis).

Vernauwing van de L. (tracheaalstenose) kan het gevolg zijn van op de L. drukkende gezwellen, b.v. van de vergroote schildklier (Krop, zie aldaar) of van diphtherische membranen (vliezen) of vreem de lichamen, die in de L. geraakt zijn. Dreigt stikkingsgevaar dan is in vele gevallen nog hulp mogelijk door intubatie of door de luchtpijpsnede.