s.; (lust), trek; — in, sin oan, smucht op, bitrekking op, bistek op; geen — in iets hebben, earne net nei tale; — hebben (in eten), sin oan iten hawwe, iterich wêze; (haal), lûk, hys, hael; (gelaatstrek), trek, luts; (stroom) tôch, tocht(e), lûking; (van de schoorsteen), trek; (streek), trek; zijn -ken waarnemen, jins trekken waernimme, op ’e slach passe; ieder neemt zijn -ken waar, in elk fisket op syn tij; iem. een lelijke —, spelen, immen in loech, fandel ôfsjen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk