Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Visage

betekenis & definitie

gezicht, gelaat, aangezicht; visage pdle, bleekgezicht; changer de visage, van kleur verschieten (rood of bleek worden); faire bon visage à qn., iem. vriendelijk bejegenen, ontvangen; trouver visage de bois, bot vangen, voor een gesloten deur komen, niemand thuis treffen; à visage découvert, open vizier.

< >