punt, spits; landtong; graveernaald; geer; omslagdoekje; ’t fijne, ’t scherpe [v. geestigheid]; geestigheid, aardigheid; pointe sèche, 1. droge (ets)naald; 2. ets met de droge naald; des pointes d'asperge, aspergepunten; une petite pointe d'ironie, een tikje ironie; pointe (de Paris), draad nagel; avoir une pointe de vin (sa pointe), een beetje aangeschoten zijn; pousser sa pointe, verder gaan; fig. doorzetten; pousser une pointe jusqu'à, een uitstapje maken tot, onderweg even gaan naar; à la pointe de l'épée, met de degen in de hand; à la pointe du jour, bij 't krieken (aanbreken) van de dag; heures de pointe, spitsuren; en pointe, spits (toelopend); sur la pointe des pieds, op de tenen; disputer sur des pointes d'aiguille, om ’s keizers baard (om nietigheden) twisten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk