Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Mise

betekenis & definitie

inleg, inzet; bod; kleding, kledij; ’t stellen, zie mettre-, mise à l’eau, tewaterlating; mise à l’étude, het in studie nemen; mise à prix, inzet [bij verkoop]; mise à la retraite, pensionnering; mise au point, instelling; fig. rechtzetting, ’t verbeteren, ’t bijwerken; mise au tombeau, graflegging; mise de fonds, inbreng [in zaak]; mise en accusation, het in staat van beschuldiging stellen; mise en bière, het kisten; mise en circuit, inschakeling; mise en demeure, aanmaning, sommatie; mise en liberté, invrijheidstelling; mise en marche, ’t laten lopen [v. trein]; ’t starten, ’t aanzetten; aanzethandel, starter; mise en œuvre, verwerking; ’t onder handen nemen; ’t in het werk stellen; aanwending, gebruik, toepassing; mise en pages, 't opmaken [v. zetsel]; mise en pils, watergolf [v. het haar]; mise en possession, inbezitstelling; mise en scène, toneelschikking, enscenering; regie; mise en valeur, ’t exploiteren, exploitatie; mise en vente, het verkrijgbaar stellen, het in de handel brengen, het te koop bieden; être de mise, gangbaar, geldig, aannemelijk, op zijn plaats zijn, comme il faut zijn; gedragen (kunnen) worden.

< >