Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Libre

betekenis & definitie

vrij; onbezet, open; (al) te vrij, vrijmoedig, vrijpostig; ongedwongen, los; onbekrompen; quand, le champ est libre, als de kans schoon is; avoir le champ libre, vrij spel hebben; avoir l'esprit libre, vrij van vooroordelen zijn; vrij van zorgen zijn; libre comme l'air, zo vrij als een vogeltje in de lucht; libre à vous de, het staat u vrij om; être libre avec qn., zich voor iemand niet behoeven te generen, vrijuit met iemand kunnen spreken; libre d’esprit, onbevooroordeeld; zonder zorg; rustig; être libre de ses actes (actions), vrij zijn in zgn handelingen, kunnen doen en laten wat men wil; il est libre de lui, hij is zijn eigen baas; libre de ses mouvements, vrij in zijn bewegingen; libre de son temps, meester van zijn tijd; il vous est libre de..., het staat u vrij om....

< >