veld, akker, land; terrein; fig. gebied; (speel)ruimte, vrijheid (van beweging); les champs, de landerijen, het land, het veld, de weide; champ clos, kampplaats, tournooiveld, strijdperk; se battre en champ clos, een tweegevecht houden; en plein champ, in het open veld; champ d’aviation, vliegveld, vliegterrein; champ de bataille, slagveld; champ de courses, renbaan; champ de foire, kermisveld; marktterrein; champ d'honneur, veld van eer; champ d'une lunette (d'une médaille), veld van een verrekijker (van een penning); champ de manœuvres, exercitieterrein, -veld; champ de tir, schietbaan, -terrein; schootsveld; laisser le champ libre à qn., iem. vrij spel laten; prendre du champ, achteruitgaan (ruimte nemen) voor een aanloop; à travers champs, dwars door ’t veld; battre aux champs, een mars slaan (als eerbewijs, tot oprukken); être aux champs, buiten zijn; driftig worden; verstrooid zijn; ongerust zijn; mettre aux champs, in de war maken; het land opjagen; être à bout de champ, geen raad meer weten; à tout bout de champ, telkens, elk ogenblik; de (sur) op de (smalle) kant.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk