Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Gain

betekenis & definitie

winst, voordeel, geldelijke verdienste; avoir gain de cause, zijn proces winnen, in ’t gelijk gesteld worden; donner gain de cause, in ’t gelijk stellen; être en gain, aan de winnende hand zijn; se retirer sur son gain, met de winst gaan strijken.

< >