I. (weg)geven, schenken, afstaan, verlenen, wensen [goedendag], opleveren [resultaat], afwerpen, toeschrijven [hoedanigheid], verschaffen; (aansluiten met; leveren [slag]; opgeven [een les]; wijden, besteden; uitzien op (donner vue sur); nemen [ontslag], vellen [vonnis], overbrengen (à op) [ziekte], veroorzaken, op ’t lijf jagen [de dood], inboezemen [liefde], aanspreken met [mijnheer], aandoen, bezorgen; donner faim (soif, sommeil), hongerig (dorstig, slaperig) maken; quel âge lui donnez-vous?, hoe oud schat je hem?; je lui donne un million, ik schat hem op een millioen; je le donne à n'importe qui, ik zet het wie ook; je vous le donne en dix (en cent ), ik zet het je in tienen; on lui en donnera, we zullen hem zien aankomen; un point donné, een gegeven punt, een bepaald (zeker) punt; étant donné(s) deux points, twee punten gegeven zijnde; étant donné son caractère, met het oog op zijn karakter; étant donné qu'il..., aangezien hij...; c'est donné, ’t is te geef;
II. zich niet onbetuigd laten, meedoen, schijnen [zon], blazen [wind], aanvallen [troepen], invallen [instrument], lonen [werk], gedijen, overvloedig zijn; donner contre, stoten op (tegen); donner dans, vallen in, vervallen in (tot), zich overeven aan; stoten op; donner dans l’œil à, bekoren; donner dans les yeux, vlak in de ogen schijnen; donner de, blazen op; donner de la tête contre un mur, met ’t hoofd tegen een muur lopen; ne savoir où donner de la tête, niet weten wat te beginnen; donner de dans, er inlopen, zich laten beetnemen; donner sur, uitzien op, uitkomen in; stoten op; donner et retenir ne vaut, eens gegeven, blijft gegeven;
III. se donner, zich geven; geleverd worden [v. veldslag]; opgevoerd worden [v. toneelstuk]; se donner à, zich overgeven (wijden) aan; se donner l’air de, doen alsof; se donner des airs, grootdoen; se donner de l’air, ’m smeren; se donner la mort, zich van kant maken; se donner du bon temps, s’en donner (à cœur joie), het er goed van nemen, de bloemetjes buiten zetten, zijn hart ophalen; se donner pour, zich uitgeven voor, willen doorgaan voor; zie ook: belle, réfléchir.