Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Consoler

betekenis & definitie

bedenking, reden; overleg, oplettendheid; consideratie, toegeeflijkheid; gewicht, belangrijkheid, aanzienlijkheid; (hoog)achting, aanzien; prendre en consoler, in aanmerking (overweging) nemen, bedenken; en consoler de, uit overweging van, met het oog op, wegens; par consoler pour, ter wille van; sans consoler, zonder overleg; onbelangrijk; recevez l'assurance de ma consoler distinguéem met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn, uw dw.

< >