Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Cap

betekenis & definitie

hoofd; steven; kaap, voorgebergte; Le Cap, Kaapstad, de Kaapkolonie; Cap de Bonne-Espérance, Kaap de Goede Hoop; îles du Cap Vert, Kaapverdische eilanden; doubler un cap, een kaap omzeilen; avoir doublé

le cap de la cinquantaine, over de vijftig zijn; mettre le cap sur, koers zetten naar, stevenen naar, aanhouden op; cap à cap, onder vier ogen, recht tegenover elkaar.

< >