Wat is de betekenis van cap?

2024-04-26
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

CAP

Common Alerting Protocol

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

cap

(zelfstandig naamwoord) [alg.] (ruiter-, honkbal)pet; (verpleegsters)kapje, zusterkapje - Als een ruiter en een honkballer vragen waar hun pet is, bedoelt elk een geheel ander soort pet. - Verpleegsters dragen al jaren geen kapje meer. [alg.] interlandhemd - Na afloop van de interland wisselen spelers vaak hun interlandhemden uit.

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

cap

1) (1977) (< Eng. captain) (luchtv.) kapitein. • Vaak behoort tot de voor velen - prettige service dat de cap af en toe vertelt waar men ongeveer is. (Elseviers magazine. 1977) • Dat is het, meer lukt niet boys,’ zeg ik tegen Leslie, want de cap keek strak voor zich uit. (Willem de Kleynen: Durf jij nog te vliegen? 2019) ...

2024-04-26
Begrippenlijst Buitenlandse Zaken

Ministerie van Buitenlandse Zaken (2018)

CAP

Common Agricultural Policy: gemeenschappelijk landbouwbeleid (zie ook GLB).

2024-04-26
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

cap

cap - Engelse term voor limiet of plafond: wordt meestal gebruikt om, ter bescherming van de schuldenaar, een maximum te stellen aan een rentepercentage op een lening. Soms wordt er ook een minimum vastgesteld, om de schuldeiser te beschermen. Dan is er sprake van een ‘floor’ en heet de hele overeenkomst een ‘collar’.

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Cap

[Eng. to cap = eig.: een speler (voetballer e.d.) zijn cap geven, dat is beloning bijeengezameld in een cap = muts (vgl. met de hoed rondgaan)] (balsporten) internationale wedstrijd van een speler (bijv.: hij heeft 17 -s, hij heeft 17 x in het nationaal team gespeeld).

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Cap

ruiterpet; internationale wedstrijd van een speler (sport)

2024-04-26
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Cap

afkorting van het latijnsche woord ca’put, d.w.z. hoofdstuk.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Cap

afkorting voor capitulum: hoofdstuk.