Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

pikketanissie

betekenis & definitie

borrel, glaasje jenever

In 1897 voor het eerst opgetekend, in het boekje Militaire en andere schetsen van M.A.C. Nierstrasz. In dit zeldzame boekje -- dat in slechts één openbare bibliotheek bewaard is gebleven -- beschrijft Nierstrasz onder meer de begrafenis van de Amsterdamse ‘poppenkastvertoner’ Sampie. Sampie stierf omstreeks 1882 en was toen de ongekroonde koning van de ‘Duvelshoek’, een voor de politie nauwelijks toegankelijke verzameling krotten en steegjes tussen de Reguliersbreestraat en de Reguliersdwarsstraat in Amsterdam. Tot de bouw van het Tuschinski-theater woonden daar de bedelaars, de stoelenmatters, de scharenslijpers en het andere zootje ongeregeld te midden van talloze kroegen.

‘Sampie behoorde tot de élite van den hoek’, aldus Nierstrasz, die indertijd bij de Amsterdamse politie werkte. ‘Hij was een ruwe maar eerlijke, ferme borst, altijd vroolijk geluimd, niet geheel onbeschaafd en nooit lastig als hij eens een “pikketanisje”, zoo noemde hij een borrel, te veel had gebruikt, wat helaas! nog wel eens gebeurde.’

Ook aangetroffen als pikketaris, pikketanus(sie), pikketaones, enzovoort. Over de herkomst van pikketanissie bestaan verschillende theorieën. Waarschijnlijk is het een uitbreiding met een geleerde uitgang -- te vergelijken met secretaris -- van pikken, dus ‘wat even opgepakt wordt’. Dat pikketanissie van het Spaanse peccadillo (‘kleine zonde’) zou zijn afgeleid, is nogal onwaarschijnlijk. Een andere mogelijkheid is nog dat pikketarus de oorspronkelijke vorm was, en dat dit moet worden geïnterpreteerd als pikken (‘stelen’) plus taru(s), een verouderd woord voor ‘tarwe, graan’. Zeer waarschijnlijk is in ieder geval dat de zegswijze een graantje pikken van invloed is geweest.

Grote landelijke bekendheid kreeg het pikketanissie door een liedje uit 1969 van Johnny Jordaan:

Een pikketanussie gaat er altijd in
Een pikketanussie maakt je blij van zin
Ik heb geen trek in zo’n Franse pernod
Dat witte spul krijg je van me cadeau
En ook die Deense aquavit
Die drink ik van m’n leven niet
In plaats van wodka of Engelse gin
Een pikketanussie, een pikketanussie
Een pikketanussie dat gaat er altijd in.

• ‘’t Blaaft toch soas afgesproake is: in de pause een pikketaonesie onder ’t saai angeife, hè?’ ‘Een wat?’ ‘Een spatje. U weit wel, soa’n glaosie met wat d’r in om de keil te smeire.’ ¶ Nono, Amsterdammers (1929), p. 97. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.
• Voor me an boord ware, ginge me eerst nog een pikketanusie drinke bij de zieleverkooper, de kroegbaas, die de maats an een joppie helpt, as ze an de biets loope en niet wete hoe ze an vaart motte komme. ¶ Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar (1935), p. 23
• As ’t karweitje klaar is, zette we d’r een pikketanesie bovenop! ¶ F.A. Stroethoff, Dwing ze om te gaan (1947), p. 10. De schrijver verklaart de betekenis tussen haakjes.

< >