Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Pietheinen

betekenis & definitie

stelen

Holland stond op zijn kop toen bekend werd dat admiraal Piet Hein op 9 september 1628 bij de baai van Matanzas bij Cuba de Spaanse zilvervloot had gekaapt. 'Kinderen van vier ofte vijf jaeren', schreef een historicus, 'wisten te spreecken van den generael Pieter Pietersz. Heyn en van hem te singhen, al wasser sijner name kleyn, dat nochtans sijne daden waren uytermate groot.' Een lied dat Jan Pieter Heije in de 19de eeuw inspireerde tot het bekende Heb je van de zilveren vloot wel gehoord.

Hein zelf was een stuk minder onder de indruk van zijn verovering, die nagenoeg zonder slag of stoot tot stand kwam. Tegen een bewindhebber verklaarde hij: 'Zie hoe het volk nu raast, om dat ik zulke schatten te huis breng, daar ik weinig voor gedaan heb; te voren, als ik er voor gevochten en veel grootere daden gedaan had dan deze, heeft men zich niet aan mij gekeerd.'

Pieter Pieterszoon Hein werd in 1578 in Delfshaven uit 'geringe ouders' geboren, zoals zijn biograaf schrijft. Hij was bezield met 'eene edele zucht tot roemwaardige bedrijven'. Tegen de zin van zijn moeder koos hij 'de zee tot het toneel zijns levens'.

In het begin had hij niet veel geluk. Hij werd door de Spanjaarden gevangengenomen en bracht enkele jaren op de galeien door. In 1623 trad hij als vice-admiraal in dienst van de West-Indische Compagnie en na de heldhaftige verovering van St. Salvador - Hein als eerste op de vijandelijke muren - werd hij in 1626 aangesteld als admiraal. Twee jaar later veroverde hij de zilvervloot: kisten vol zilver, goud, parels, edelstenen, indigo, suiker, campèchehout en cochenille ter waarde van 11.509.524 gulden.

Hein kreeg een aanzienlijk deel van de buit en kocht in Delft een 'hem passende woning'. Daar wilde hij zijn oude dag doorbrengen, maar het vaderland deed een beroep op hem. Hij werd erop uitgestuurd om de Duinkerker piraten een lesje te leren.

Op 20 juni 1629, dicht bij de haven van Duinkerken, namen drie kaperschepen hem onder vuur. Hein werd door een kogel in zijn schouder getroffen 'zoodanig, dat hij dood ter nedervalt'.

Wanneer de naam van de zeevoogd voor het eerst werd gebruikt als een werkwoord met als betekenis 'roven, stelen, gappen' is niet bekend. Van Dale geeft in 1984 als voorbeeldzin: 'tientallen schrijvers hebben uit een boek gepietheind wat van hun gading was'.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bedoelde men in het gijzelaarskamp St. Michielsgestel met Piet Hein 'een brief die men heimelijk naar buiten smokkelt'. De uitdrukking Piet Heingezicht voor 'een blij gelaat', werd voor het eerst aangetroffen in 1902. En de Piet-Heins-boon, volksnaam voor de pronkboon, dateert uit de dagen van Hein zelf. De vlootvoogd zou de boon eigenhandig, aldus een verklaring uit 1761, uit Amerika naar Europa hebben overgebracht.

Wellicht had Hein de boon gestolen.