Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 05-05-2018

Pêche-meiba

betekenis & definitie

(1942, uit het Frans) nagerecht van perziken met ijs

Melbourne, de hoofdstad van de Australische deelstaat Victoria, is tegenwoordig de zuidelijkst gelegen miljoenenstad ter wereld. Het is een heel jonge stad, de eerste westerse kolonisten vestigden zich hier pas in 1835. In 1837 werd de nederzetting genoemd naar de toenmalige Britse premier, Lord Melbourne (1779-1848). Nadat in 1851 in de omgeving goud was gevonden, telde de plaats binnen enkele jaren 80.000 inwoners.

De beroemdste zangeres die Australië ooit heeft voortgebracht, Helen Mitchell (1861-1931), kwam uit Richmond, een voorstad van Melbourne. Haar vader had in Melbourne een groot aannemersbedrijf. Haar operadebuut in 1887 in Brussel als Gilda in Verdi's Rigoletto sloeg in als een bom. In 1888 zong zij Lucia di Lammermoor in Covent Garden in Londen. Daarna trad ze met groot succes op in alle grote operahuizen. In 1926 nam zij afscheid.

Aanvankelijk trad Mitchel! op als Madame Melba - een naam die zij ontleende aan de stad Melbourne. Vanaf 1918 mocht ze de Engelse titel 'Dame' voeren en stond ze bekend als Dame Nellie of Dame Melba.

Volgens de overlevering kreeg Melba het in 1892, tijdens een van haar tournees, aan de stok met Georges-Auguste Escoffier (1846-1935), de beroemde Franse chef-kok van het Savoyhotel in Londen. De diva gaf een galasouper en wilde pêches flambées als dessert, maar Escoffier stond erop ijs te serveren. Nu was Melba iemand om rekening mee te houden. Zij was zeer wilskrachtig en fel. 'Ze kon het succes goed aan', schrijft haar biograaf, 'maar ze kon af en toe driftig zijn.'

Het dispuut eindigde in een compromis: een nieuw nagerecht, dat Escoffier ter ere van de sopraan pêche-me/ba noemde. Zo werden - doordat pêche teruggaat op de landnaam Perzië - Australië en het Nabije Oosten in één dessert ver- enigd.

Het originele gerecht moet hebben bestaan uit vanille-ijs, in vanillesiroop gestoofde perziken en frambozensap. Pas later voegde men vaak slagroom, geraspte amandelen of pistaches toe.

Engels peach Melba, pêche Melba; Duits Pfirsich Melba; Frans pêches melba (1892).

Vergelijk bavarois(e), melhatoost

Kramers woordentolk (194223) 623; Ency. Brit IS 11 (1979) 870 (Me/bourne), & 1 (1979) 967 (Bendigo); Australian dict of biogr. 10 (1986) 475-479; Manser Me/ba Toos Bowie's knife (/988) 148-149; Trahair Austra/ian dict of eponyms (1992) 135-136, 161; Grauls Bintje

(1991) 224-225; Sanders Eponiemenwdb. (1993') 156-158; Petit Robert (19932) 1379; OED (19932). pekin, peking

(1824, uit het Frans) gestreepte (kunst)zijde

In China wordt al sinds 3000 v.Chr. zijde geteeld. Pas in 200 n.Chr. gebeurde dit ook buiten China. Van de 7de tot de nde eeuw was Byzantium de belangrijkste zijdemarkt in Europa. De Arabieren verbreidden de zijdeteelt vervolgens via Noord- Afrika naar Italië en Frankrijk. In dat laatste land kwam de zijdecultuur vanaf het eind van de 16de eeuw tot grote bloei. Voor het noorden van China was Peking de voornaamste producent en doorvoermarkt van zijde. Pei ching (Beijing) betekent letterlijk 'noordelijke hoofdstad', ten opzichte van Nan ching 'zuidelijke hoofdstad'. Peking en Nanking leven internationaal voort in een stofnaam: pekin en nanking en nankinette.

Met pekin wordt gestreepte zijde aangeduid. Die stof werd niet alleen uit Peking gehaald, maar ook in Europa gemaakt. Guillaume Raynal (1713-1796) schreef in 1783 dat de beste pekin indertijd uit Valence in Zuid-Frankrijk kwam, niet uit China. In de 19de eeuw werd pekin tevens gemaakt in Wenen, Berlijn en Krefeld.

Pekin was vroeger zeer geliefd. De stof werd vooral verwerkt in vrouwenkleding. In het Nederlands is dit woord voor het eerst aangetroffen in 1824, in de (verouderde) Franse spelling pequin.

Engels Peking, Pekin (1783); Duits Peking, Frans pékin (1564).

De pekingeend werd in 1873 vanuit Peking overgebracht naar Engeland en de Verenigde Staten. Het is een grote, zware, opgericht staande eend - wetenschappelijke naam Anas sinensis - die vanaf het begin van deze eeuw ook in Nederland wordt gefokt. Pekingeend als gerecht, een specialiteit van de Pekinese keuken, kreeg in Europa pas omstreeks 1950 bekendheid.

In 1926 werden in een kalkgroeve bij Zhoukoudian, 45 km ten zuidwesten van Peking, de eerste overblijfselen gevonden van de Pekingmens - de Sinanthropus pekinensis. De daarop volgende opgravingen zijn de grootste die ooit voor een dergelijk onderzoek zijn verricht. In totaal vond men de overblijfselen van ruim veertig mensen, waaronder 14 schedels. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen alle originelen verloren toen een trein die de fossielen vervoerde, door de Japanners werd overvallen. Wel heeft men afgietsels van alle belangrijke stukken.

De kunst om damast te weven is lang geleden uitgevonden in China. In de middeleeuwen werd Damascus, nu de hoofdstad van Syrië, een belangrijk centrum van zijdeweverij. Italiaanse handelaren brachten de produkten, waaronder damast, naar Europa, waar ze werden genoemd naar de plaats van herkomst.

Damast is een kostbare, glanzende stof, gewoonlijk in één kleur, met ingeweven figuren. Deze figuren zijn zichtbaar doordat de haaks op elkaar staande draden van het weefsel het licht verschillend weerkaatsen. Vroeger werd damast altijd gemaakt van zijde, tegenwoordig ook van linnen, katoen en kunstvezels. Er bestaat zelfs damastpapier, dat het uiterlijk van damast imiteert, maar na gebruik met vlekken en al kan worden weggegooid.

Damascus had in de middeleeuwen ook een grote naam als centrum van metaalbewerking. Volgens sommige onderzoekers dankt damast zijn naam niet rechtstreeks aan Damascus, maar aan uiterlijke gelijkenis met Damascener - gedamasceerd- staal. Dit is beroemd om zijn taaiheid en hardheid. Deze worden bereikt door gecombineerd smeden van ijzer en staal, waardoor het oppervlak bovendien een bijzondere, gevlamde tekening krijgt, die door etsen kan worden versterkt of geïmiteerd. Damasceren betekent ten slotte ook het graveren van sierlijke patronen in ijzer, die soms nog met edelmetaal worden ingelegd.

PEKIN(G): Weiland Kunstwdb. (1824) 528; WNT Xll 1 (1931) 994; Winkler Prins6 18 (1954) 887-888; Petit Robert (1993') 1621; OED (19932); Rey Dict hist longue fronç. (1994') 1464.