Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Bitter, Bittertje

betekenis & definitie

Bitter is een gekleurde, gedestilleerde drank met een bepaald suikergehalte en een alcoholpercentage van ten minste dertig procent. Er bestaan internationaal talloze soorten bitter die op basis van verschillende grondstoffen worden gemaakt.

In Nederland genieten vooral Beerenburg of berenburger, Boonekamp, Els, Keizerbitter, Oranjebitter, Tip van Bootz en Underberg bekendheid. Deze merknamen leverden allerlei borrel namen op die hier verder niet apart zijn behandeld, omdat ze niet overtuigend als soortnaam voorkomen, zoals BB-tje en burgje voor 'Beerenburg', bergje en undertje voor 'Underberg', Bone- kampje en linkie boonekamp. De recepten worden - zoals zo vaak bij dit soort producten - angstvallig geheim gehouden, maar ze bevatten bijna allemaal bladeren, kruiden, schillen, schors, vruchten en wortels. Zoals de naam al aangeeft smaken ze bitter.

In de volksmond wordt bittertje niet alleen voor deze elixers zelf gebruikt, maar ook voor een borreltje met een paar druppels van zo'n drankje. Het woord is in deze betekenis aan het eind van de 18de eeuw voor het eerst gevonden. Men sprak van bittere borrel, bittere bom of kortweg van bitter, bittere of bittertje. A. Fokke Simonsz. schreef in 1792 'ik heb klaar en bitter, dat is vaderland- sche drank'.

De borrel naam is ook bij talloze andere schrijvers te vinden. Zo schreef Justus van Maurik in 1881 in Van allerlei slag: Gewoonlijk [...] kwam een soortement heer zijn glaasje Boonekamp drinken. [...] Die vroeg altijd: 'Niet te sterk, Kobus.' En als hij 't glaasje had, beet hij er dadelijk den kop af, zooals hij 't noemde, en zette acht van de tien keeren een vies gezicht, terwijl hij zei: 'Nou heb je 't al te slap gemaakt, Kobus; doe me nog een snippertje bitter er bij.' En als ik er dan nog een goeie scheut Boonekamp in had gedaan, trok hij weer een vies gezicht en zei: 'Veel te sterk, Kobus! Foei, dat brandt!' Vat je 'm, meneer! dan wou hij er weer een tikje klare in hebben. En in 1884 in schreef Van Maurik in Burgerluidjes:
Heb je hoofdpijn, een sterk bittertje; en heb je geen eetlust dan twee. Voel je je helemaal onlekker, dan 's avonds een stijve grog en naar bed. Ziedaar! dat is naar mijne meening een kort begrip van de geneeskunde. De tijd voor het eten werd bitteruur genoemd, drinken bitteren, men schonk uit de bitterfles of het bitter karafje en dronk uit het bitterglaasje. En werden talloze soorten bitter onderscheiden, zoals alsem bitter, citroenbitter, maagbitter, miemelbitter, morgenbit- ter, pomerans bitter enzovoort. Een glaasje 'licht bitter' werd door soldaten in de 19de eeuw dun gesneden genoemd (vergelijk dun). Bitter was veelal bruin van kleur, wat de volksnaam bruine opleverde. Omdat die kleur blijkbaar aan rookvlees deed denken, noemde de soldaat zijn glas bitter in de 19de eeuw ook wel een boterham met rookvlees (zie glazen boterham). Bij recent dialectonderzoek werd de borrel naam bitter vaak genoemd in de Achterhoek, Drenthe, Groningen, Limburg en Noord-Brabant, maar ook elders is hij zeker bekend.