Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

tippelen

betekenis & definitie

Straatprostitutie bedrijven; mannen verleiden op de openbare weg. Oorspronkelijk betekende dit werkwoord ‘met lichte pasjes lopen’ (van tip: punt, top en vandaar ook teen). Een flinke tippel betekende vroeger niet meer dan een flinke wandeling. Bij Koster Henke betekende het werkwoord ook: lopen, op roof uitgaan.

Als tweede betekenis gaf hij pas: op de baan gaan, gezegd van meiden. Het woord is niet afgeleid wat sommige grappenmakers ook mogen beweren van ‘de tepels vooruitsteken’. In de nieuwe (Bargoense en onkuise) betekenis is het woord bijna honderd jaar geleden in gebruik gekomen.

Sei tippelt en hei f’rdient de bikke.

H. Querido: De Jordaan. 1912

Laat die jongens maar betijen in hun home. Anders gaan ze tippelen op de Overtoom.

Jasperina de Jong: De rosse buurt. 1964

‘Konden we maar terug naar de De Ruyterkade.’ Jane, van beroep straatprostituée, is even verzonken in herinneringen aan ‘die romantische tijd’ toen de Amsterdamse overheid tippelen achter het Centraal Station gedoogde.

De Groene Amsterdammer, 25-09-95

Kristel, zoals ze wil worden genoemd, tippelt sinds kort op de zone bij de Utrechtse Europalaan.

NRC Handelsblad, 15-10-99