tippelen
(1840) (inf.) stelen, op roof uitgaan; (prostitutie) als prostituee diensten aanbieden op straat. Oorspronkelijk een Bargoens woord voor 'lopen'. Een 'tippelsjikse' is een straatprostituee. • Tippelen, (joodsche volkst.), struikelen, over iets vallen, vallen. (Waarschijnlijk van hebr. tippal = gij valt. van naphal = vallen). (Taco H. de Beer e...