(i) vaag woord waarmee onenigheid of ruzie kan worden aangeduid.
Winnie vertrok, Van den Biesen keek mij aan en zei: ‘Een bekwaam meisje, maar je krijgt spul met haar.’
Vrij Nederland, 18-09-99
(2) vage aanduiding van doping of drugs.
... de goed beklante zaak, waar ze ‘spul’ verkochten, onversneden, pierepilietjes, die op je evenwicht werkten.
Willem van Iependaal: Adam in ongenade. 1938
Bovendien, het gaat toch niet om hard spul.
J.A. Deelder: Modern passé. 1988
Ik had een bal verkocht aan een man, hij zei dat het spul niet goed was.
De Groene Amsterdammer, 18-01-95
Hij beweert dat verzorgers geen geheimen hebben voor elkaar en elkaar uit de nood helpen wanneer een van hen zonder spul zit.
De Morgen, 03-04-99
Drugs, daar doen de nieuwe maffioso in. ‘Toen ze het spul bovendien zélf gingen gebruiken, was er geen land meer met ze te bezeilen.’
Vrij Nederland, 16-10-99