Een bedekte maar ook ietwat spottende term voor een homoseksueel. Oorspronkelijk Bargoens. Endt (1974) geeft nog als synoniemen: rugartiest, ruggeklimmer, ruggetuffer, rugracer, rugwerker. De meeste van deze termen dateren wellicht van na de Tweede Wereldoorlog. Enkele komen frequent voor in het werk van de Amsterdamse penozeschrijver Haring Arie.
In het journaal alleen heel erg en passant iets over de opvolger van Hassan: de oude afstammeling van de profeet had in zijn wijsheid niet zijn eigen dood voorzien, en was dus te laat geweest om te voorkomen dat zijn oudste zoon, lamentabel zwart schaap en algemeen bekend als rugridder, het roer over zou nemen.
Vrij Nederland, 31-07-951
Het ontroerendst waren uw andere kinderen, die hectoliters water uit hun ogen lieten ontsnappen, toen de Hasseltse homo voor uw dochter koos. Zelden heb ik zoveel zusterliefde gezien. Wat schrokken die lieve, eenvoudige, beetje boerse vrouwen. Zij hadden natuurlijk ook allang gezien dat hun verse zwager Stef een eersteklas rugridder was en je gunt je zus veel, maar dit niet.
NRC Handelsblad, 14-10-2000